Responsive image

Aanhef

Download de app voor meer functionaliteit.

Aanhef

16.12.2014

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 359/1

RICHTLIJN 2014/107/EU VAN DE RAAD

van 9 december 2014

tot wijziging van Richtlijn 2011/16/EU wat betreft verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen op belastinggebied

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 115,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Na toezending van het ontwerp van wetgevingshandeling aan de nationale parlementen,

Gezien het advies van het Europees Parlement,

Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité (1),

Handelend volgens een bijzondere wetgevingsprocedure,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Grensoverschrijdende belastingfraude en belastingontduiking zijn de afgelopen jaren een steeds groter probleem geworden, dat inmiddels zowel in de Unie als op mondiaal niveau hoog op de agenda staat. Niet-aangegeven en onbelaste inkomsten leiden tot een aanzienlijke derving van nationale belastingopbrengsten, en daarom moet de belastinginning dringend efficiënter en doelmatiger worden georganiseerd. Het automatisch uitwisselen van inlichtingen kan hierin een belangrijke rol spelen, en de Commissie heeft in haar mededeling van 6 december 2012, die een actieplan ter versterking van de strijd tegen belastingfraude en belastingontduiking bevat, dan ook beklemtoond dat de automatische uitwisseling van gegevens sterk moet worden bevorderd als de toekomstige Europese en internationale standaard voor transparantie en uitwisseling van inlichtingen in belastingzaken.

(2)

Ook op internationaal niveau (G20 en G8) is onlangs erkend dat het automatisch uitwisselen van inlichtingen een belangrijk instrument in de strijd tegen grensoverschrijdende belastingfraude en belastingontduiking is. De Verenigde Staten van Amerika hebben met verschillende andere landen, waaronder alle lidstaten, bilaterale overeenkomsten onderhandeld over de bilaterale automatische uitwisseling van inlichtingen, ter uitvoering van de United States' Foreign Account Tax Compliance Act (algemeen bekend als „FATCA”); aansluitend hierop heeft de G20 de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) opdracht gegeven om, uitgaande van deze overeenkomsten, één mondiale standaard voor de automatische uitwisseling van fiscale inlichtingen te ontwikkelen.

(3)

De Europese Raad heeft op 22 mei 2013 verzocht het toepassingsgebied van de automatische inlichtingenuitwisseling op Unieniveau en op mondiaal niveau te verruimen met het oog op de bestrijding van belastingfraude, belastingontduiking en agressieve fiscale planning, en tevens zijn waardering uitgesproken voor de inspanningen die in de G20, de G8 en de OESO worden geleverd om een mondiale standaard te ontwikkelen voor automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen in fiscale aangelegenheden.

(4)

In februari 2014 heeft de OESO de belangrijkste elementen van een mondiale standaard voor de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen in fiscale aangelegenheden gepresenteerd, met name een model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten en een gezamenlijke rapportagestandaard, die vervolgens door de ministers van Financiën van de G20 en de presidenten van de centrale banken zijn bekrachtigd. In juli 2014 heeft de Raad van de OESO de volledige mondiale standaard gepresenteerd, met inbegrip van de resterende elementen, met name de opmerkingen over het model voor een overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de gezamenlijke rapportagestandaard en de informatietechnologische modaliteiten voor de implementatie van de mondiale standaard. Het volledige pakket betreffende de mondiale standaard is in september 2014 door de ministers van Financiën van de G20 en de presidenten van de centrale banken onderschreven.

(5)

Richtlijn 2011/16/EU van de Raad (2) voorziet al in de verplichte automatische uitwisseling van inlichtingen tussen lidstaten voor bepaalde categorieën van inkomsten en vermogen, vooral van niet-financiële aard, die belastingplichtigen hebben in andere lidstaten dan hun staat van verblijf. Zij omvat ook een stapsgewijze aanpak voor de versterking van de automatische uitwisseling van inlichtingen door de geleidelijke uitbreiding tot nieuwe inkomsten- en vermogenscategorieën en het schrappen van de voorwaarde dat de inlichtingen slechts hoeven te worden uitgewisseld als zij beschikbaar zijn. Vandaag de dag boeten de bestaande Unie- en internationale instrumenten voor administratieve samenwerking op het gebied van belastingen, gezien de toegenomen mogelijkheden om in het buitenland te investeren in een breed scala van financiële producten, in aan doeltreffendheid bij het bestrijden van grensoverschrijdende belastingfraude en belastingontduiking.

(6)

Zoals door het verzoek van de Europese Raad wordt benadrukt, behoort sneller werk te worden gemaakt van de uitbreiding van de automatische inlichtingenuitwisseling waarin artikel 8, lid 5, van Richtlijn 2011/16/EU reeds voorziet voor ingezetenen van andere lidstaten. Een initiatief van de Unie garandeert een coherente, consistente en alomvattende Uniebrede aanpak van de automatische inlichtingenuitwisseling op de interne markt, die bij zowel belastingdiensten als marktdeelnemers tot kostenbesparingen zou leiden.

(7)

Het feit dat de lidstaten met de Verenigde Staten van Amerika een overeenkomst in verband met Fatca hebben gesloten of weldra zullen sluiten, betekent dat die lidstaten in een verdergaande samenwerking in de zin van artikel 19 van Richtlijn 2011/16/EU voorzien of zullen voorzien, en de verplichting hebben of zullen hebben om die verdergaande samenwerking ook aan andere lidstaten te verlenen.

(8)

Het sluiten van parallelle en niet op elkaar afgestemde overeenkomsten door de lidstaten op basis van artikel 19 van Richtlijn 2011/16/EU zou kunnen leiden tot verstoringen die de goede werking van de interne markt zouden schaden. Met een nieuw systeem van uitgebreide automatische inlichtingenuitwisseling op basis van een Uniebreed rechtsinstrument zou het niet meer nodig zijn dat lidstaten op basis van dit artikel bilaterale of multilaterale overeenkomsten sluiten die, als er geen Uniewetgeving ter zake is, geschikt kunnen worden geacht.

(9)

Om de kosten te drukken en de administratieve lasten voor zowel de belastingdiensten als de marktdeelnemers te beperken, is het dan ook van cruciaal belang de uitbreiding van het toepassingsgebied van de automatische uitwisseling van inlichtingen binnen de Unie af te stemmen op internationale ontwikkelingen. Met het oog daarop moeten de lidstaten hun financiële instellingen regels inzake rapportage en due diligence opleggen die geheel consistent zijn met de regels van de door de OESO ontwikkelde gezamenlijke rapportagestandaard. Voorts moet het toepassingsgebied van artikel 8 van Richtlijn 2011/16/EU zo worden uitgebreid dat het dezelfde inlichtingencategorieën omvat als het model voor de overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de gezamenlijke rapportagestandaard van de OESO. Verwacht wordt dat elke lidstaat slechts één lijst van op nationaal niveau gedefinieerde niet-rapporterende financiële instellingen en uitgezonderde rekeningen zal hebben, en deze zowel bij de uitvoering van deze richtlijn als bij de toepassing van andere overeenkomsten ter uitvoering van de mondiale standaard zal gebruiken.

(10)

De categorieën rapporterende financiële instellingen en te rapporteren rekeningen die door deze richtlijn worden bestreken, zijn bedoeld om de belastingplichtigen minder gelegenheid te geven om rapportage te vermijden door hun activa te verplaatsen naar financiële instellingen, of te investeren in financiële producten die buiten het toepassingsgebied van deze richtlijn vallen. Bepaalde financiële instellingen en rekeningen met een laag risico om voor belastingontduiking te worden gebruikt, zijn evenwel van het toepassingsgebied van deze richtlijn uitgesloten. Over het algemeen dienen er geen drempels te worden opgenomen in deze richtlijn, aangezien deze gemakkelijk kunnen worden omzeild door rekeningen over verschillende financiële instellingen te splitsen. De financiële inlichtingen die moeten worden gerapporteerd en uitgewisseld dienen niet alleen betrekking te hebben op alle relevante inkomsten (interesten, dividenden en vergelijkbare soorten inkomsten), maar ook op het saldo van de rekeningen en de opbrengsten van de verkoop van financiële activa, zodat situaties kunnen worden aangepakt waarin een belastingplichtige tracht vermogen te verbergen dat inkomsten of activa vertegenwoordigt waarover belasting is ontdoken. Daarom is de verwerking van inlichtingen uit hoofde van deze richtlijn noodzakelijk en toereikend om de belastingdiensten van de lidstaten in staat te stellen correct en ondubbelzinnig te bepalen om welke belastingplichtigen het gaat, hun belastingwetgeving in grensoverschrijdende situaties toe te passen en te handhaven, te beoordelen hoe waarschijnlijk belastingontduiking is en onnodig verder onderzoek te vermijden.

(11)

Rapporterende financiële instellingen kunnen hun verplichtingen inzake het verstrekken van inlichtingen aan individuele te rapporteren personen nakomen door de nadere regelingen inzake verstrekking, met inbegrip van de frequentie daarvan, te volgen waarin op grond van hun interne procedures overeenkomstig hun nationale recht is voorzien.

(12)

Rapporterende financiële instellingen, verzendende lidstaten en ontvangende lidstaten mogen, in hun hoedanigheid van verantwoordelijke voor de verwerking, de overeenkomstig deze richtlijn verwerkte inlichtingen niet langer bewaren dan nodig is voor de toepassing van deze richtlijn. Gezien de verschillen in de wetgevingen van de lidstaten moet de maximale bewaartermijn worden vastgesteld op basis van de voorschriften inzake verjaring waarin is voorzien in de nationale belastingwetgeving van elke verantwoordelijke voor de verwerking.

(13)

Teneinde te garanderen dat deze richtlijn in heel de Unie consequent wordt toegepast moeten de lidstaten bij het implementeren uitgaan van het door de OESO ontwikkelde commentaar over het model voor de overeenkomst tussen bevoegde autoriteiten en de gezamenlijke rapportagestandaard, die zij ter illustratie of interpretatie kunnen gebruiken. De Unie dient in haar optreden in dit verband met name rekening te houden met toekomstige ontwikkelingen op OESO-niveau.

(14)

De in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2011/16/EU vastgestelde voorwaarde dat de automatische uitwisseling afhankelijk kan zijn van de beschikbaarheid van de gevraagde inlichtingen dient niet te gelden voor de nieuwe bestanddelen die door deze richtlijn in Richtlijn 2011/16/EU zijn ingevoerd.

(15)

De verwijzing naar een minimumbedrag in artikel 8, lid 3, van Richtlijn 2011/16/EU dient te worden geschrapt, aangezien een dergelijk minimumbedrag in de praktijk niet werkbaar lijkt.

(16)

De evaluatie van de beschikbaarheidsvoorwaarde die in 2017 moet worden uitgevoerd, dient te worden uitgebreid tot alle vijf in artikel 8, lid 1, van Richtlijn 2011/16/EU vermelde categorieën, zodat kan worden onderzocht of uitwisseling van inlichtingen door alle lidstaten voor al deze categorieën zinvol is.

(17)

Deze richtlijn eerbiedigt de grondrechten en neemt de beginselen in acht die met name in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie zijn erkend, met inbegrip van het recht op bescherming van persoonsgegevens.

(18)

Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk een doeltreffende administratieve samenwerking tussen de lidstaten onder voorwaarden die verenigbaar zijn met de goede werking van de interne markt, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar wegens de vereiste uniformiteit en doeltreffendheid beter op Unieniveau kan worden verwezenlijkt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan hetgeen nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(19)

Gezien de bestaande structurele verschillen moet het aan Oostenrijk worden toegestaan om voor het eerst op 30 september 2018 in plaats van op 30 september 2017 automatisch krachtens deze richtlijn inlichtingen uit te wisselen.

(20)

Richtlijn 2011/16/EU moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

EY Taxlaw NL verschaft de mogelijkheid tot:
  • het full text doorzoeken van de verdragen en regelgeving met daarbij filters om het zoekgebied nader af te bakenen;
  • het full text doorzoeken van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie;
  • het kunnen sorteren van de gedelegeerde regelgeving, beleidsbesluiten en jurisprudentie op datum, titel en instantie;
Responsive image
Responsive image
  • het oproepen van artikelversies tot enige jaren terug;
  • het maken van aantekeningen op artikelniveau;
  • de creatie van dossiers voor de opslag van snelkoppelingen naar veelvuldig geraadpleegde wetsartikelen;
  • het delen via mail en sociale media van artikelteksten met desgewenst een additioneel bericht.